Paul Bruijn Bücher

Blue hat den Blues. Ihr Vater, der Universitätsprofessor, zieht schon wieder um. Nie länger als ein Semester bleiben Tochter und Vater an einem Ort. Bald kennt Blue jedes College. Zum Glück hat sie die Bücher – ihre engsten Vertrauten. Und so hungrig wie sie Geschichten auf Papier verschlingt, so lustvoll stürzt sie sich ins pralle Leben: Charmant und witzig besticht sie als wandelndes Lexikon und läßt zugleich keine Wodkaflasche an sich vorbeiziehen. Jeder weiß, Blue ist besonders. Man liegt ihr zu Füßen. Und dann passiert ein mysteriöser Mord und ihr Leben gerät aus den Fugen. Ein Aufsehen erregender und temporeicher Roman und ein spannend komischer Streifzug quer durch die Sätze von Shakespeare bis Cary Grant.

Es hätte ein perfektes Fest werden können ... Die heilige Familie! Alle haben sich lieb, sind füreinander da. So sieht es von außen betrachtet aus, ein Hort der Glückseligkeit und Harmonie. Doch unter der Oberfläche brodelt es oft bedenklich, steht der Kessel oft kurz vor der Explosion. Und so lernen wir in Australien eine Großfamilie mitsamt Freundeskreis beim sommerlichen Barbecue kennen. Gut situierte Mittelstandsbürger: Ärzte, Unternehmer, Kreative. Alles wunderbar. Da passiert es: Cousin Harry gibt eher im Reflex dem dreijährigen Hugo eine Ohrfeige, nachdem dieser erst auf seinen Sohn losgegangen war, und dann ihm selber gegen das Schienbein trat. Aus der scheinbar banalen Begebenheit entwickelt sich eine packende Erzählung über Liebe, Sex und die verschiedenen Auffassungen von Ehe, Erziehung und Freundschaft. Die Ohrfeige zwingt alle Beteiligten dazu, ihr eigenes Familienleben, all ihre Erwartungen, Überzeugungen und Wünsche infrage zu stellen. Aus acht Perspektiven schildert Tsiolkas eindrücklich das innere Erleben der Gäste.

De verteller van <em>De Waterspuwer</em> is een aantrekkelijke dertiger, type hip en cynisch, veel vrijblijvende seks en zoekende in het morele vacuüm van het moderne leven. In een donkere nacht ziet hij een zwerm brandende pijlen uit het bos komen, recht op zijn auto af. Hij verliest de macht over het stuur en stort in een ravijn. Overdekt met ernstige brandwonden belandt hij in het ziekenhuis, waar medepatiënte Marianne Engel hem gezelschap houdt tijdens het lange en pijnlijke herstel. Ze vertelt hem dat ze al eerder geliefden waren en dat zij hem in de middeleeuwen ook al eens heeft verzorgd in de ziekenzaal van een Duits klooster. Marianne is psychisch labiel, maar kent ook details van zijn leven die ze onmogelijk kan weten. Hij raakt in de ban van deze mysterieuze vrouw en de prachtige verhalen die ze vertelt over oneindige liefde. Langzaam voelt hij de levenskracht terugkeren en gloort er een nieuwe toekomst. Dan breekt het moment aan om de verhalen in te ruilen voor de werkelijkheid buiten het ziekenhuis. Welk lot wacht hun hervonden liefde ditmaal?

De ziekte en het overlijden van de moeder van de schrijfster op 55-jarige leeftijd leiden bij haar tot talrijke gedachten over de dood.