Gerda Meijerink Bücher





Mitten im Unterricht verlässt ein Lehrer seine Schule und macht sich auf den Weg nach Lissabon, um den Spuren eines geheimnisvollen Autors zu folgen. Immer tiefer zieht es ihn in dessen Aufzeichnungen und Reflexionen, immer mehr Menschen lernt er kennen, die von diesem Mann, den ein dunkles Geheimnis umgibt, zutiefst beeindruckt waren. Eine wundervolle Reise – die vergeblich sein muss und deren Bedrohungen der Reisende nicht gewachsen ist. Endlich kann er wieder fühlen, endlich hat er von seinem Leben zwischen Büchern aufgeblickt – aber was er sieht, könnte ihn das Leben kosten …
Auf der Entenjagd macht der Conte di Barbaro einen seltsamen Fund: Im Schilf der Lagune hat sich ein Boot verfangen, und darin liegt ein junger Mann, nackt und scheinbar tot. Nach langer Zeit der Pflege erwacht er aus seiner Bewußtlosigkeit, an seine Herkunft kann er sich aber nicht erinnern. Nachdem ihn der Conte in seinem Palazzo aufgenommen hat, zeigt er eine bestechend genaue Beobachtungsgabe, die ihn zu einem genialen Maler und Zeichner werden lässt. Auch die junge Caterina Nardi, di Barbaros Nachbarin und seine heimliche Liebe, wird auf den schönen Fremden aufmerksam. Sie macht ihn nach ihrer Heirat mit di Barbaros jüngerem Bruder, der als venezianischer Gesandter in London tätig ist, zu ihrem ständigen Begleiter. So beginnt ein faszinierendes Kammerspiel, in dem Erotik und Malerei sich immer inniger durchdringen und zu einem berauschenden Fest der Sinne steigern.In Hanns-Josef Ortheils Roman wird das Venedig des ausgehenden 18. Jahrhunderts mit seinen Palazzi und alten Dynastien, mit seinen labyrinthischen Gassen, den heimlichen Gondelfahrten und lauten Komödienbesuchen wieder zum Leben erweckt. Noch einmal erstrahlt diese Welt in ihrem verführerischen Glanz, eine Welt, in deren Zerfall sich die Ankunft ihres genialsten Malers, William Turners, ankündigt.
De oude zonden
- 639 Seiten
- 23 Lesestunden
Hij eet graag kersentaart met slagroom en steekt daarna met evenveel genoegen een Sweet Afton op. Gerhard Selb, zestig jaar, privé-detective, schaker, kattenvriend, heeft zo zijn gewoonten – en waarom ook niet. Alles om hem heen verandert in een ras tempo en hij vreest de naderende ouderdom. Drie, vier opdrachten per jaar is alles wat er voor hem nog inzit. Na de oorlog wil niemand meer iets met hem, de ex-nazi-jurist Selb, te maken hebben, maar tegen de tijd dat de nazi-rechters weer op hun oude pluche terugkeren, wil hij op zijn beurt niets meer van zijn vroegere collega's weten. Niettemin lijkt het telkens weer alsof hij niet genoeg geboet heeft voor zijn oude zonden: zijn verleden blijft hem bij elke zaak achtervolgen, bij een aanslag door anarcho-terroristen, bij een milieuschandaal, bij het faillissement van een bekende bank. Een oudere heer, Gerhard Selb, wordt in zijn bescheiden carrière als privé-detective telkens weer geconfronteerd met het verleden van zijn land – een personage zoals alleen Bernhard Schlink beschrijven kan. De drie romans die hij aan Selb wijdt, schetsen een indringend beeld van vijftig jaar geschiedenis, de moeilijke naoorlogse jaren, de wederopbouw, het optimistische 'vooruit', de tegenslagen. Bij elke nieuwe zaak die Selb moet oplossen, blijven de oude kwesties spelen, de vragen naar schuld en boete, rouw en vergeving.