Der 1. Fall der Osloer Komissare Gunnarstranda und Frølich Sonntagmorgen: Ins Gespräch vertieft mit Goldfisch Kalfatrus, wird Kriminalkomissar Gunnarstranda vom Klingeln des Telefons gestört. Das riecht nach Arbeit. „Fassen Sie sich kurz“, meldet er sich, auch wenn er ahnt, dass sein Sonntag nicht mehr zu retten ist. In einem Straßengraben liegt die Leiche einer jungen Frau. Tod durch Erwürgen. Tatzeit: vermutlich in der vergangenen Nacht.
Ein Mann mit gespaltener Persönlichkeit beobachtet 3 junge Frauen, 2 von ihnen sind Töchter einer hysterisch frömmelnden Frau: Tanja war magersüchtig und ist immer noch nicht geheilt, Therese wird brutal ermordet, ebenso die Freundin Ida. Der Fall beschäftigt die gesamte Osloer Mordkommisssion.
Lena houdt van de Noorse nevelen en speelt in het theater graag mannenrollen. Na een rol als knecht in Tsjechovs Kersentuin is ze weer eens werkloos. Ze bezoekt haar tweelingbroer en ontdekt dat hij ernstig ziek en doodsbang is. Lena besluit zijn rol te gaan spelen en neemt zijn gedaante aan, om uit te vinden wat hem zo'n doodsangst aanjaagt. Haar vermomming opent de weg naar een strikt geheim mannendomein, vol groteske spelletjes: in de plaatselijke vrijmetselaarsoorden voeren de machtigste mannen van de stad hun rituelen uit. En daarbij kunnen ze geen pottenkijkers gebruiken.